MoreRSS

site iconFrank MeeuwsenModify

A team lead for Kaliber Studio, a talented group of content specialists. He’s a pioneering blogger, author of Bloghelden, the definitive history of blogging in the Netherlands.
Please copy the RSS to your reader, or quickly subscribe to:

Inoreader Feedly Follow Feedbin Local Reader

Rss preview of Blog of Frank Meeuwsen

Waarom mijn Zettelkasten-experiment het wildste idee voor papier opleverde

2025-09-05 17:29:56

Het fysiek schuiven met kaartjes laat mijn gedachten op een totaal andere manier stromen. De grote verrassing? Papier dwingt je niet alleen tot langzamer nadenken, het laat je bovendien ontdekken dat het gevoel van niet snel kunnen zoeken juist creativiteit opwekt. En dat brengt me op een wild idee voor de toekomst van kennisbeheer.

Ik dacht dat ik inmiddels wel uitgeleerd was over PKM-systemen. Na 25 jaar bloggen en talloze experimenten met digitale tools, zou je denken dat ik wel weet hoe mijn brein het beste informatie opslaat en verbindt. Maar een simpel pak Exacompta indexkaarten heeft me iets fundamenteels geleerd wat al die apps en algoritmes niet konden.

Een tijdje geleden besloot ik iets te proberen wat tegen alle digitale trends in gaat. In plaats van weer een nieuwe PKM-app te installeren of mijn Obsidian-setup verder te verfijnen, kocht ik dat pak indexkaarten. A5 formaat. En ik ging aan de slag met een papieren Zettelkasten.

Ik had niet verwacht dat het zo anders zou zijn. Door rustig door de aantekeningen en ezelsoren van mijn boeken te gaan en die om te zetten in korte ideeën op een indexkaart… alles blijft dieper hangen. Ik maak duidelijkere keuzes. Ik krijg een andere manier van inzicht en overzicht.

Maar voordat ik echt aan de slag kon, moest ik eerst begrijpen hoe zo’n Zettelkasten nou eigenlijk werkt. Het originele systeem komt van de Duitse socioloog Niklas Luhmann, maar dat was best abstract voor me. Pas toen ik Bob Doto’s boek ‘A System for Writing’ las, begon het echt te klikken. Bob maakt het nummersysteem van Luhmann begrijpelijk en toepasbaar. Zonder die uitleg was ik waarschijnlijk gestrand in een chaos van losse kaartjes.

Hoe werkt zo’n nummersysteem eigenlijk?

Het geniale van Luhmann’s aanpak is dat elk nummer de gedachtegang volgt, niet een logische hiërarchie. Je begint ergens. Nummer 1. Punt. Krijg je een idee dat gerelateerd is aan die eerste notitie? Dan wordt dat 1a. Nog een gedachte die aansluit bij 1a? Dat wordt 1a1. Wil je een andere kant op met je eerste idee? Dan ga je naar 1b.

Het klinkt chaotisch, maar het is juist heel natuurlijk. Je volgt je gedachtegang. Als ik bijvoorbeeld over creativiteit aan het nadenken ben (mijn categorie 1), en ik kom een quote tegen over hoe constraints creativiteit stimuleren, dan wordt dat misschien 1c. Maar als ik later een notitie maak over hoe tools creativiteit beïnvloeden, en die hoort eigenlijk tussen 1b en 1c, dan maak ik 1b1.

Mijn nummer 2 gaat over ideevorming, 3 over werk en productiviteit. Maar die verdeling is achteraf ontstaan. Ik begon met notities maken en op een gegeven moment zag ik patronen. Het systeem groeit mee met je denken, in plaats van dat je je denken moet aanpassen aan het systeem.

Zettelkasten indexkaarten.

Dat is heel anders dan hoe we gewend zijn om informatie te organiseren. Normaal maak je eerst mappen: “Werk”, “Privé”, “Hobby’s”. Hier maak je notities en laat je de structuur ontstaan. Het voelt een beetje als bloggen in de begintijd, toen je nog niet wist waar je blog over ging maar begon met schrijven.

Maar het keuzeproces van indexeren… wanneer kies ik nou voor 1.1, wanneer voor 1.1a, 1.a, 1.2a? Bob Doto heeft dat in zijn boek uitgelegd, maar dat zit nog niet helemaal in mijn systeem. Dat is iets wat ik nog steeds verder wil onderzoeken.

De paradigmashift van hiërarchie naar organische groei

Bij de eerste notities merkte ik dat ik toch heel erg in het paradigma zat dat iets in een hiërarchie moet en dat je dat vooraf al moet bedenken. Terwijl het vanzelf ontstaat. Dat vond ik moeilijk om daar uit te stappen. Ik moet echt accepteren dat die categorisering en het nummeren vanzelf vorm krijgen.

Ik probeerde toch een categorisering te maken, maar uiteindelijk liet ik dat los en ben ik aan de slag gegaan. Misschien betekent het dat ik in de toekomst zaken opnieuw moet nummeren, dat ik kaarten moet herschrijven. Maar dat is onderdeel van het hele Zettelkasten-principe. Bepaalde notities worden uitgebreid of juist opgesplitst in meerdere notities, omdat ze meerdere ideeën bevatten. Het is een dynamisch systeem wat door de tijd vorm krijgt.

Dit doet me denken aan Steve Jobs’ beroemde speech over ‘connecting the dots’. Je kan de connecties pas achteraf zien, op het moment dat je alles maakt. Nu ik 25 jaar blog, merk ik dat je vooraf niet echt kan bedenken welke kant het allemaal precies opgaat. Het vormt zich achteraf en dan blijkt het eigenlijk heel logisch te zijn waarom het zich op deze manier vormgeeft.

De valkuil van de favoriete categorie

Maar hier zit een valkuil waar ik regelmatig in trap. Ik merk dat de categorie waar ik meer interesse in heb, steeds meer uitgebreid wordt. En dan wil ik alles in die ene categorie proppen. Creativiteit (mijn categorie 1) trekt alle aandacht, en ineens probeer ik notities over PKM of werk er toch aan te linken. Alsof alles uiteindelijk over creativiteit moet gaan.

Het is hetzelfde reflex als wanneer je een nieuwe app ontdekt en alles daarin wilt stoppen. Of wanneer je een nieuwe theorie leert en die overal op wilt toepassen. Ik merk dat ik terug val in hiërarchisch denken, waarin er één hoofdcategorie is en de rest ondergeschikt. Terwijl het hele punt van Zettelkasten juist is dat verbindingen onverwacht ontstaan tussen categorieën die je nooit had verwacht.

Die herkenning helpt wel. Als ik merk dat ik weer alles naar creativiteit probeer te trekken, kan ik bewust stoppen en vragen: hoort dit er echt bij, of forceer ik een verbinding?

Waarom papier? Het menselijke element in kennisbeheer

Het idee van Zettelkasten zit in het op een creatieve manier verbinden van ideeën, informatie en kennis. Nieuwe verbanden zien tussen ideeën, informatie en kennis. Het op een creatieve manier verbinden van concepten… daar zit iets inherent menselijks in. Research toont aan dat fysieke manipulatie van objecten en tactiele ervaring andere hersengebieden activeert dan alleen visuele input. Wanneer je een indexkaart vasthoudt, erop schrijft, en die fysiek tussen andere kaarten plaatst, activeer je de delen van je hersenen die beweging en tastzin verwerken. Die systemen zijn nauw verbonden met geheugen en betekenisgeving.

Die tactiele dimensie mis je volledig in digitale systemen. Je klikt, scrollt, typt, maar er is geen fysieke relatie tussen de informatie en je lichaam. Onderzoek naar ’embodied cognition’ toont aan dat herinneringen mentale simulaties zijn die de oorspronkelijke zintuiglijke ervaring opnieuw activeren. Wanneer ik later terugdenk aan een notitie, herinner ik me niet alleen de inhoud, maar bovendien waar die kaart lag, hoe het voelde om erop te schrijven, welke andere kaarten er naast lagen. Studies laten zien dat deze lichamelijke betrokkenheid bij leren het geheugen versterkt.

Dit werd me nog duidelijker tijdens een interview met een beeldend kunstenaar voor mijn project CreativeNotes. Hij vertelde me dat papier voor hem een mentale landkaart is. Of dat nu een groot A1 vel is of een kleine indexkaart, hij voelt sneller aan waar hij iets heeft geplaatst en waarom. Met “waar” bedoelde hij niet alleen thematisch, maar letterlijk de fysieke plek op het papier. Linksboven voelt anders dan rechtsonder. Die ruimtelijke dimensie van geheugen krijg je niet bij een digitaal tekstbestand.

De kracht van digitaal: wat computers wél goed kunnen

Papier heeft natuurlijk(e) beperkingen. Probeer maar eens 500 indexkaarten te doorzoeken op een specifieke quote of een half herinnerd idee. Of alle notities te vinden die gaan over “creativiteit EN constraints”. Daar word je gek van.

Daar ligt precies de kracht van digitale systemen: ze kunnen razendsnel zoeken, complexe patronen herkennen in grote datasets, verbindingen voorstellen die je zelf nooit had gezien. Computers zijn gebouwd voor het doorzoeken en indexeren van informatie op een schaal die voor mensen onmogelijk is. Als je zo’n Zettelkasten zou voeden aan een LLM, kunnen daar interessante dwarsverbanden uit komen die ik vooraf wellicht niet had gezien.

Juist het idee dat je de creatieve, tactiele dimensie van denken zelf doet, dat je daar eigenaarschap over hebt, dat je het handelingsvermogen hebt om die keuzes te maken en dat je dat niet alleen aan een systeem overlaat… dat heeft me ertoe geleid om dit eens op papier te gaan doen. Papier niet als tegenreactie op technologie, maar als creatieve versterking ervan.

Voor mij was dit een Tiny Experiment, zoals Anne-Laure LeCunff dat noemt in haar gelijknamige boek. Ik wilde proberen hoe dit bevalt. In plaats van al mijn notities altijd alleen maar digitaal te maken, maar juist deze kennis en informatie fysiek in handen hebben en voor me hebben staan op mijn bureau. Om te ontdekken wat dit betekent, wat dit doet en hoe ik dat combineer met digitale informatie.

De toekomst: hybride indexkaarten met LCD-schermpjes?

Het goede aan papier is dat het je dwingt tot reflectie, tot langzaam nadenken en heel bewust bepaalde keuzes maken. Wat schrijf je op? Hoe schrijf je dat op? Hoe geef je dat vorm? Waar koppel je iets aan? Alleen, het is natuurlijk moeilijker doorzoekbaar en lastiger om snel iets terug te vinden.

Een betere versie van een papieren Zettelkasten zou zijn dat het direct gelinkt is aan een digitale versie. Maar je wilt wel het hele fysieke karakter van indexkaarten behouden. Die losse kaarten waarmee je kunt schuiven, sorteren en spelen zijn cruciaal voor het denkproces. Het is het verschil tussen fysieke Lego-blokjes en digitale bouwprogramma’s - beide hebben hun waarde, maar de tactiele ervaring van het vasthouden en bewegen van echte blokjes activeert andere delen van je creativiteit.

Stel je voor: allerlei kleine, losse indexkaarten als LCD-schermpjes die op de een of andere manier verbonden zijn met een PKM-systeem. Je schrijft er met een pen op, maar met OCR wordt dat verbonden met een digitaal systeem en wordt het zo eigenlijk één geheel. Je hebt de tactiele ervaring van het fysieke kaartje, maar daarnaast de doorzoekbaarheid en verbindingsmogelijkheden van digitale systemen.

AI-gegenereerd beeld van mijn bureau met LCD indexkaarten
AI-gegenereerd beeld van mijn bureau met LCD indexkaarten

Systemen als Livescribe laten al zien hoe dit kan werken. Met hun smartpen schrijf je op speciaal papier, maar de pen heeft een camera die elke pennenstreek vastlegt en direct synchroniseert met je telefoon of computer. Je handgeschreven notities worden automatisch digitaal doorzoekbaar, maar je behoudt het fysieke schrijfproces. Het is een eerste stap naar die hybride ervaring.

Dan zou je echt het beste van beide werelden hebben. De natuurlijke reflectie van papier - omdat het schrijven langzamer gaat dan typen, krijgen je hersenen de tijd om te denken - gecombineerd met de kracht van digitale zoekmogelijkheden. Je indexkaarten zouden automatisch kunnen suggereren aan welke andere kaarten ze gerelateerd zijn. Ze zouden kunnen ‘oplichten’ als er nieuwe verbindingen mogelijk zijn.

Is dat een utopische gedachte? Misschien wel. Maar het laat zien hoe we kunnen nadenken over technologie die ons menselijke denkproces versterkt in plaats van overneemt.

Een experiment dat de moeite waard is

Ik weet nog niet of ik de papieren Zettelkasten lang blijf gebruiken. Het is best wel ambitieus om al je kennis en informatie in dit soort indexkaartjes te zetten, met name de vindbaarheid ervan. Want het gaat er natuurlijk om dat je er uiteindelijk wel iets mee gaat doen.

Maar het heeft me verrast hoe anders het is om ermee te starten dan ik dacht. Het is niet makkelijk, maar op het moment dat je eenmaal de eerste indexkaartjes hebt gemaakt en daar een beetje mee durft te spelen, dan is het een interessante manier om in je hoofd die verbindingen te leggen. Ik vind het zeker prettig om op papier mijn gedachten te vormen over wat ik lees en denk, om het vervolgens te verbinden in het systeem.

Als je interesse hebt om te kijken hoe je eigen kennis en informatie creatiever kunt inzetten, kan dit wel eens een interessant experiment zijn. Het is echt wel iets wat je niet even in een uurtje doet. Je moet hier een paar weken aan werken. Dat hoeft niet elke dag. Doe dit twee of drie keer per week. Pak wat kaarten, schuif ze wat, deel opnieuw in, schrijf nieuwe dingen op en ga weer door. Het is een langzaam proces van opbouwen en verbindingen leggen.

Het Zettelkasten-principe komt van Niklas Luhmann. Hier is een korte video die de principes uitlegt. Bob Doto’s boek ‘A System for Writing’ is zeker de moeite waard, eventueel als e-book. En het idee van ‘Tiny Experiments’ van Anne-Laure LeCunff is een goed framework om voor jezelf te kijken: wil ik hiermee aan de slag, wil ik hier eens wat mee experimenteren?

Je reactie? Heb je zelf ervaring met Zettelkasten, digitaal of op papier? Of vind je het idee van hybride LCD-indexkaarten interessant? Laat gerust een reactie, vraag of gedachte achter.

Hoe we van de WYSIWYG-leugen naar echte samenwerking gaan

2025-08-28 22:29:30

Toen ik Wilfred’s artikel las over docenten die hun eigen educatieve apps maken, moest ik denken aan mijn tijd bij Kaliber. We maakten daar zelf tools om onze klanten beter te helpen in werkprocessen. Die maakten we zelf met low-code apps als Make.com en werden zelden door developers gebouwd. Die driedeling die Wilfred beschrijft (voordelen en nadelen voor lerenden, docenten, en organisaties) komt me bekend voor. Vooral omdat ik inmiddels weet dat al die voor- en nadelen eigenlijk prima op te lossen zijn door samen te werken.

Maar daar zit ook meteen een uitdaging.

De cyclus die maar doorgaat

We gebruikten Make.com, Typeform, en steeds vaker AI-tools zoals Claude om die klanttools te bouwen. Het enthousiasme was groot. Net zoals bij die docenten met hun AI-apps nu. Maar wat me opviel: het duurt heel lang voordat je echt een goed werkende versie hebt. Je kunt op papier veel uitdenken, maar je moet echt samenwerken met elkaar om tot een uitgewerkte tool te komen. Het is niet iets wat je even op een avondje maakt en dan de wereld inslingert.

En hier zit het patroon dat me fascineert. Want de belofte dat je het allemaal zelf kunt maken, die is niet nieuw.

lay-out Dreamweaver programma.

In de jaren ‘90 hadden we WYSIWYG editors zoals Dreamweaver en Frontpage die het handmatig HTML-werk in bv Hotdog Editor eenvoudiger zou maken. We kregen blogging tools zoals Blogger, Movable Type en WordPress: je maakt je site in de browser met templates! Daarna kwamen no-code en low-code tooling: nu kun je echt alles zelf maken! En nu AI tools met dezelfde belofte: eindelijk kun je het allemaal zelf.
Een observatie over die cyclus van developer-tools: Altijd werd gezegd dat programmeurs overbodig worden, dat je als non-developer het allemaal zelf kunt. Dat bleek dan toch aardig flauwekul. Je kunt een hoop zelf, maar wil je echt kwalitatief goed en stevig werk, dan heb je experts nodig.

Je zult moeten samenwerken. Want als je alles door AI laat doen, wordt alles hetzelfde, ziet het er hetzelfde uit, het zit niet in je eigen stijl, het heeft niet je eigen tone of voice. Daarvoor heb je echt andere expertise nodig. Van UX tot design, development en niet te vergeten mensen met verstand van zaken om de boel op een productieserver te zetten en te houden.

Samen groeien

Wilfred analyseert scherp vanuit die drie perspectieven, waarin hij uitgaat van de individuele docent die zelf de apps ontwikkelt. Ik denk dat dit juist het moment is om je organisatie erin mee te krijgen en het gezamenlijk te gaan doen.

Want kijk wat er gebeurt als je die samenwerking wel organiseert: Je brengt alle juiste expertises bij elkaar, van learning analytics, leerdoelen, beveiliging en integratie, om zo gezamenlijk tot de beste oplossing te komen. Maakt dit het traject wat langzamer? Vast en zeker. Maar het startpunt, de enthousiaste docent die een AI learning app ontwikkelt, kan wel voor een snellere start zorgen. En ja, de cultuur binnen de organisatie en (IT-)afdelingen moeten wel zijn ingericht op dergelijke stappen.

Die “schaduw IT” waar Wilfred over schrijft? Dat hoeft helemaal geen schaduw te zijn. In plaats van mensen wegsturen naar hun eigen hoekjes, kun je die experimenten juist onderdeel maken van hoe je als organisatie leert en groeit.

Ambassadeurs, niet eenzame wolven

Je hebt ambassadeurs nodig, mensen die de kar trekken binnen je organisatie. Die laten zien wat er kan, maar tegelijkertijd het enthousiasme geven aan anderen om met z’n allen mee te gaan. Om daar juist gezamenlijk werk van te maken en er niet steeds soloprojecten van te maken.

Denk aan:

  • Hackathons waar docenten en IT-mensen samen experimenteren
  • Show Don’t Tell-middagen waar werkende prototypes worden gedeeld
  • Terugkerende meetups waarin je de vooruitgang documenteert en vastlegt

Het gaat om gedragsverandering. Hoe zorg je dat je mensen meekrijgt? Toevallig deelt Marco Derksen op LinkedIn een studie uit Denemarken waar blijkt dat de digitale experts in een organisatie niet degenen zijn die voor de digitale transformatie zorgen. Daar zijn anderen voor nodig binnen je organisatie. Sterker nog, de digitale experts hebben maar een beperkte invloed op de verandering in de organisatie. Je hebt elkaar keihard nodig om verder te komen. En je zult dat moeten erkennen van elkaar.

Weg van de cyclus

Mijn hoop zit in die gedragsveranderingen. Als we deze keer met AI de samenwerking wél voor elkaar krijgen, dan kunnen we zo’n enorme organisatorische en intellectuele sprong maken. Echt een grote sprong voorwaarts maken, waar mensen en technologie samenwerken. Daar zijn niet alleen experts voor nodig, maar de mensen in de organisatie die voor de sociale lijm zorgen, met een richtinggevend informeel netwerk.

Zodat we af kunnen van die cyclus “nu kunnen we het eindelijk zelf” gevolgd door “oh wacht, we hebben elkaar toch nodig.” Maar meteen naar die fase waar we elkaar nodig hebben én dat ook weten.

Wilfred’s artikel laat perfect zien waarom individuele docenten-met-AI-apps tegen grenzen aanlopen. De vraag die ik heb: hoe zorgen we ervoor dat organisaties die grenzen niet als probleem zien, maar als uitnodiging om het samen te doen?

Hoe kijken anderen hier naar?

Zelfportret en sterrennacht

2025-08-24 13:58:46

Elja was in de kamer van Van Gogh. Maarten fietste door de bergen van Van Gogh. Ik stond oog in oog met het (waarschijnlijk) laatste zelfportret van de schilder. Vrijdag in Musée d’Orsay te Parijs. Om me heen maakten hordes toeristen foto’s van de meesterwerken. Liepen met hun telefoon zijdelings langs de muren om maar kiekjes te maken van alles wat ze voor ze zich zagen. Bewijsstukken dat ze er waren geweest. Een afvinklijst van je vrije tijd. Maar ze keken niet. Ze keken niet zoals we met een klein groepje in stilte voor het zelfportret stonden.

Ik had net aan Finn het schilderij met de rietgedekte huisjes uitgelegd. Over hoe Van Gogh zieker werd, hoe dat tot uiting komt in zijn schilderijen. Eenmaal iets verder in de zaal zag ik zijn zelfportret in volle glorie en dat overspoelde me aan alle kanten. De schoonheid en de tragiek van elke verfstreek. Hoe Vincent ons aankijkt met op de achtergrond de kleurrijke maar tegelijk melancholische blauw-groene streken.

Daarna liep ik naar de Sterrennacht over de Rhône en weer voelde ik een heftigheid om dat werk in levende lijve te zien. Niet alleen om hoe het gemaakt is, de techniek en de keuzes van kleur en vorm. Maar de context, het verhaal achter het schilderij. Vincent was, volgens de overlevering, nog relatief gezond en gelukkig toen hij dit werk maakte. Het is vooral wat erna zou komen. Dat dit nog maar een aanzet is tot een van zijn mooiste werken ooit, de Sterrennacht. Ik hoop dat werk ooit nog eens in het echt te zien in New York. Kunst met je eigen ogen bekijken en eigen gevoel voelen is wat je mens maakt. Niet iets om te verbergen in de honderden vakantiekiekjes op je telefoon.

Scour geeft je verrassend goede individuele RSS feeds

2025-08-23 15:58:42

Met Scour.ing maak je je eigen gepersonaliseerde RSS-feeds met verrassend goede artikelen en aanbevelingen van een breed aanbod blogs en sites. Een aanrader.

RSS gepersonaliseerd

RSS Discovery is een van de lastigste problemen om te kraken als informatie-architect. Je hebt een ruime dataset nodig, de semantische problemen om onderwerpen te bundelen die veel auteurs anders beschrijven. En je aanbevelingen moeten meer zijn dan alleen de bekende sites of virale artikelen van dit moment. Scour lijkt al die uitdagingen goed te hebben aangepakt.
Na een paar dagen merk ik dat ik in de gepersonaliseerde feed veel interessante artikelen vind van sites die ik nog niet kende. Ik sla meer artikelen op om later nog eens te herlezen en aantekeningen bij te maken. Met een account bij Scour kun je je eigen interesses opgeven, wat redelijk breed gaat.

Een algoritme dat meedenkt

Het mooie is dat Scour bij elke interesse een paar subonderwerpen geeft. Zo geeft “Zines” ook “Self publishing, DIY Culture, Independent Media” mee. Wat Scour nog mooier maakt is dat je op basis van je gekozen interesses, nieuwe interesses krijgt aangeboden. Die heel goed passen bij je bestaande keuze.
Je kunt ook je eigen feeds toevoegen, maar dat gaat voor mij het doel voorbij. Ik wil juist individuele artikelen ontdekken en krijgen aangeboden. Die krijg ik nu, via mijn eigen RSS feed, die ik in mijn feedreader inlees. Het algoritme van Scour bevalt mij in elk geval goed en ik blijf het tweaken op mijn interesses.

Wat ik nog mis

Ik zou nog wel een manier willen om geen overdaad aan artikelen te krijgen. Ik heb na 3 dagen zo’n 140 ongelezen artikelen. Dat vind ik veel. Ik kan minder interesses opgeven, maar dat doe ik liever niet. Ik zou wel een maximum van bv 10 artikelen op een dag willen krijgen.

Ik zou ook wel op een slimme manier feedback aan het algoritme terug willen geven. Bijvoorbeeld wat ik lees van de feed via mijn feedreader en wat ik een ster geef. Daarmee train ik het algoritme weer verder. Dat laatste staat op de roadmap, iets om in de gaten te houden dus.

Tenslotte kan mijn feed meer informatie geven van welke site ik iets lees. De auteur, sitenaam of originele URL zijn in FreshRSS niet duidelijk te vinden. Eveneens krijg ik origineel alleen de URL en titel door, maar met FreshRSS kan ik wel automatisch de inhoud ophalen. Ik denk dat Scour een goede zoekmachine kan worden om interessante, meer persoonlijke blogs en sites te vinden. Ik heb (nog) geen manier gevonden om mijn eigen site er aan toe te voegen trouwens…

Als je veel kennis van het web haalt én je gebruikt veel RSS, dan is Scour zeker een aanrader!

2025-08-21 13:21:14

Een kaartje voor een intiem concert van Taylor Swift is volgens mij nog makkelijker te krijgen dan een gratis reservering voor snelle toegang tot de Notre Dame in Parijs.
We hebben de komende dagen een uitstapje in de lichtstad. We willen niet teveel op een dag proppen, maar de vernieuwde Notre Dame wilden we graag van binnen zien. Nu is de toegang gratis en je kunt een paar uur in de rij gaan staan voor de deur. Niet iets wat ik graag doe op vakantie. Op de officiële site is het mogelijk om een timeslot te reserveren. Zodat je iets sneller naar binnen kunt. Je kunt die tickets tot en met twee dagen vooraf reserveren. De afgelopen twee dagen probeer ik tickets te regelen maar ik heb constant dit scherm voor mijn neus.

Een kalender toont beschikbare tijden voor bezoeken aan een kathedraal met opties in blauw en grijs voor gereserveerde slots naast instructies en informatie voor bezoekers.

Frustrerend, op zijn minst gezegd. Zelfs afgelopen middernacht, toen de tickets voor zaterdag vrij zouden komen, stond ik al een virtuele wachtrij waar ze bij Ticketmaster verlekkerd naar kijken. Uiteindelijk heb ik dat maar opgegeven, mijn nachtrust is me ook wat waard. En vanochtend waren de tickets natuurlijk al uitverkocht.

Goed, dan zien we de Notre Dame in elk geval van de buitenkant en laten we de rest wel op het moment gebeuren. Waar ik in elk geval wél erg naar uit zie is om oog in oog te staan met dit meesterwerk van Van Gogh. En crêpes. Want crêpes is life.

Tijd om in te pakken. On y va!

2025-08-21 05:13:03

De afgelopen vijf, zes maanden heb ik een eigen RSS lezer op een eigen server. FreshRSS, self-hosted op een server bij Hetzner. Het werkt allemaal prima. Ik had de installatie eerst lokaal op mijn laptop staan, maar ik wilde toch een mobiele versie. Dat was binnen een zucht en een scheet geregeld met Hetzner. Ergens in maart.

Het updaten van FreshRSS daarentegen…

Ik loop inmiddels wat versies achter en ik had het plan om een nieuwe versie van FreshRSS te installeren. Maar helaas. Ik had het installatietraject niet echt goed gedocumenteerd destijds. Ik struinde dus vol verwondering via iTerm en SSH op de server rond, peinzend hoe ik destijds de reader heb geïnstalleerd. Ik vond ineens een Docker container met de software. Docker is een soort doos waar je veilig software in kunt draaien. De software zit in de doos en kun je van computer naar computer sjouwen. Maar ik vond nergens een docker compose bestand. Voor de niet-ingewijden en normale lezers met een leven: Dat is een bestand met instructies hoe, waar en met welke configuratie je een programma installeert via Docker. Je hebt dat veelal nodig om de software kunnen installeren en starten. Mijn verbazing groeide.

Ik had geen idee hoe ik die installatie dan voor elkaar had gekregen. Met wat hulp van de statistische woordenraadmachine van ChatGPT kwam ik al een eind. Ik had het waarschijnlijk direct gestart met een commando-regel. Maar met welke regel was dat… Ook daar kon het woorden-orakel me redelijk bij helpen. Want zo exotisch is die software allemaal niet. En mijn configuratie al helemaal niet. Met wat denkwerk van mijn kant en bij elkaar geschraapte programma-regels van ChatGPT wist ik een en ander weer terug te halen.

Daarna was het een fluitje van een spreekwoordelijke cent om de installatie van FreshRSS te updaten en opnieuw te starten. En vervolgens ChatGPT een documentatiebestand te laten maken die nu in Obsidian staat. Zodat ik bij een volgende update niet meer door zoveel hoepels hoef. En ik heb er direct maar een docker compose bestand van gemaakt. Wel zo handig voor de volgende keer.